Ina de Jong

Mijn interesse voor haptonomie komt voort uit mijn liefde voor de Argentijnse tango. Twee gebieden die veel overeenkomsten hebben: samen bewegen en communiceren via lichamelijk contact. De beweging gaat twee kanten op: luisteren naar de ander en mezelf aan de ander laten voelen. Dat leidt tot bijzondere ontmoetingen.

Ik heb een praktijk in Amsterdam sinds 2005. Als docent was ik vijftien jaar verbonden aan het Instituut voor toegepaste haptonomie in Nijmegen. Eerder studeerde ik aan de Rietveld academie en werkte als grafisch ontwerper in Amsterdam. Steeds meer komen voor mij de werelden van dans, beweging, vormgeving en contact met elkaar samen. Als therapeut zie ik mijn vak als een creatief proces, als een dans waarin je elkaar ontmoet. In contact met de ander leer je jezelf beter kennen en kan je steeds verder ontwikkelen. Dat houdt voor mij het vak boeiend. Elke ontmoeting inspireert. Ik geniet het meest als een sessie diepgang én lichtheid heeft, een vleugje humor.

Zachte kracht

“Bij Ina voel je je snel op je gemak. Een rustige professional die er helemaal is en goed luistert. Ze is warm, vertrouwd, mooi en eerlijk. Ze creëert een veilige omgeving waar ruimte ontstaat voor jouw ontdekkingstocht. Ze neemt de tijd om je boodschap binnen te laten komen, en geeft vanuit doorvoeling haar reactie. Deze is altijd respectvol en met veel ruimte voor de ander. Ze staat niet snel klaar met een mening. Daarentegen neemt ze de tijd om vragen vanuit verschillende invalshoeken te onderzoeken. Dat maakt dat je jezelf makkelijk bloot geeft bij haar. Er komt geen oordeel. Ze komt makkelijk nabij in contact. Je voelt je snel bij haar thuis.

Ze houdt ook van lichtheid en humor. Ze zal het niet laten om door de serieuze onderwerpen heen, momenten te vinden om licht en lucht in te brengen, grappige beelden of ideeën. Dit houdt de bijeenkomsten plezierig.

Ze heeft voldoende creatieve skills om in elke sessie weer nieuwe invalshoeken te vinden om blijvend ontdekkingen te doen. Elke ontmoeting wordt zo een klein feestje.”